REIZE NAAR SURINAME

Het agressieve, alles doordringende gebrul van apen in de nacht, donderslagen in de verte. Terwijl ik mijn draai probeer te vinden in mijn hangmat, schiet door mij hoofd; alles in deze Surinaamse jungle lijkt vijandig. Welke ontberingen hebben de gevluchte slaven moeten doorstaan die vochten voor hun vrijheid en hier een nieuw leven begonnen?  Zij zijn de  stichters van de dorpen langs de Suriname Rivier die ik in 2016 in opdracht van National Geographic Traveler bezoek om een fotoverslag te maken. Ik ben verrast dat ze Afrikaanser ogen dan de dorpjes die ik eerder in Afrika zag. 

Voor mijn vertrek stuit ik op het 2000 pagina’s dikke verslag van John Gabriel Stedman, die in de 17e eeuw door de West Indische Compagnie naar dit gebied was gestuurd. Zijn legeronderdeel had als taak ontsnapte slaven op te sporen.

Er heerste lang een felle strijd tussen de de blanke plantagehouders en de bosnegers, ook Marrons genoemd. Zij strijdden met slimme guerrilla tactieken tegen de Nederlanders. Dat het er over en weer gruwelijk aan toe ging, weten we dankzij Stedman’s uiterst gedetailleerde boek. Hij arriveerde in Suriname als voorstander van de slavernij maar verliet het land uiteindelijk als een van de eerste voorvechters van gelijkheid tussen mensen. “Ieder weldenkend mens kan zien dat er maar één menselijk ras is, dat enkel en alleen van elkaar verschilt door de grond en het klimaat waarin zij leven.” Een nogal opmerkelijke denkwijze voor die tijd. 

Sidetracked Magazine and National Geographic Traveler